Spring naar hoofd-inhoud Skip to page footer

werken

De aanzet voor het maken van deze mobielen is intuïtief.

Het noodzakelijke evenwicht dat zijn eigen wetmatigheid aan de vorm oplegt en waarmee tegelijkertijd het onvoorspelbare karakter vorm krijgt aangezien van te voren niet exact te bepalen is wat de uiteindelijke vorm zal worden articuleren het “toeval”.

Samen met de organische vormen worden deze objecten nooit enkelvoudig maar ontstaat er  een veelheid aan perspectieven.

Om het licht, samen met de beweging, zijn eigen weg te laten gaan is als basis alleen zwart en wit aangebracht. Om kleur als zelfstandigheid aan te merken is aan één onderdeel één enkele kleur toegevoegd.

Deze serie driedimensionale objecten bestaat uit een aantal non-functionele meubels.

De objecten zijn samengesteld uit een aantal mathematische vormen met een monochrome kleur.

Alhoewel het driedimensionale staande objecten zijn met maten van meubels hebben zij als zodanig geen functie.

BB Better Body

De plastische chirurgie heeft sinds de uitvinding daarvan in de eerste wereldoorlog een enorme groei doorgemaakt.

Deze werd eerst ingezet om verminkingen te maskeren van gewonde frontsoldaten maar is inmiddels uitgegroeid tot de mogelijkheid om ons natuurlijke lichaam aan te passen aan ons zelfbeeld.

Dit object kan vergeleken worden met de beelden zoals we die kennen van het oude Griekenland waarin het ideale lichaam van die tijd werd uitgedrukt.

De Barbie pop lijkt te voldoen aan het moderne ideaalbeeld.

Deze serie wandreliëfs is samengesteld uit een aantal mathematische vormen met een monochrome kleur.

De wandobjecten hebben de stad en natuur als onderwerp waarbij de kleur ze veel mogelijk is overgenomen van de fysieke werkelijkheid en de vorm zo veel mogelijk is geabstraheerd.

De mogelijkheid om de fysieke werkelijkheid ooit in werkelijkheid te zien of altijd als abstractie probeert deze serie te articuleren.

Dit project is tot stand gekomen in opdracht van de Carnegie Stichting, eigenaar en beheerder van het Vredespaleis in Den Haag.

Voor de viering van het honderdjarig jubileum zijn een drietal ontwerpen gemaakt voor banken op het plein voor de ingang van het Vredespaleis. Twee daarvan zijn gerealiseerd.

De vormen zijn ontworpen als basis voor een kleurplaat die is uitgereikt aan een aantal Haagse scholen. Leerlingen waren vrij om de kleurplaten in te vullen met het thema 'vrede'. Het winnende ontwerp is omgezet in mozaïek en aangebracht op de betonnen banken.

Deze bank is ontworpen in opdracht voor het Terra College in Den Haag ter nagedachtenis aan Hans van Wieren. Deze docent werd begin 2004 door een leerling doodgeschoten.

De bank moet een ontmoetingsplaats zijn voor de leerlingen en uitnodigen om met elkaar in contact te komen en in gesprek te raken en zo conflicten op te lossen en te voorkomen. Door alle leerlingen is één van de tegels beschilderd met dit als leidend thema.

Deze objecten zijn ontworpen voor de ruimte waarin zij zich bevinden.
Uitgaande van de plaats in een gebouw en van de architectuur, zijn deze reliëfs ontworpen voor de ruimte zelf en worden zij als één werk aangemerkt.

De aanleiding om deze installatie te maken hebben wij gevonden in de locatie zelf, en in de incidentele samenwerking met een aantal kunstenaars. Het hoofdthema is voor ons: de wisselende en voorbijgaande functie van de gebouwde omgeving en de éénmalige gezamenlijke presentatie met andere ontwerpers/kunstenaars.

De locatie bestaat uit een bedrijfshal in Den Haag, ooit gebouwd voor een metaalverwerkend bedrijf, die totdat hij wordt gesloopt, gebruikt zal worden door verschillende mensen en voor verschillende doeleinden.

Een bouwwerk ontleent zijn identiteit aan zijn functioneren en in dit geval is dat als platform voor muzikanten en kunstenaars. De bedrijfshal zelf wordt niet aangepast voor de presentatie maar in het gebouw maken wij een nieuw ’bouwwerk’ dat een relatie aangaat met het zich omgevende werk van andere disciplines.

Bij het realiseren van een bouwwerk is niet één leidend motief bepalend voor de vormgeving, maar is een veelvoud van krachten werkzaam op de uiteindelijke verschijning.

In dit geval zijn dat de aanwezige materialen en gegevens van en in de bedrijfshal, de schilderijen en kijkdozen van twee kunstenaars die hier getoond worden en de interactie die zich voordoet tijdens het voorbereidingsproces. Het ‘bouwwerk’ maakt een scheiding tussen binnen en buiten, terwijl de buitenkant weer een interieurelement is van de hal.

Er ontstaat een tijdelijke synesthesie (verbinding tussen voorstellingen uit verschillende zintuigsferen), die het bouwwerk zijn identiteit verschaft.

(deze installatie is tot stand gekomen in samenwerking met Ellen Goemans)

Inhoudelijke omschrijving
Het verschijnsel individu heeft in de westerse wereld nog nooit eerder zo'n grote rol gespeeld als in de afgelopen decennia. De vanzelfsprekendheid waarmee het belang van het individu is omarmd lijkt alle andere mogelijke mensbeelden overwonnen te hebben.
Autonomie en zelfontplooiing vieren hoogtijdagen terwijl juist zichtbaarheid voor andere mensen het individuele doet blijken.
M.a.w. het individu is afhankelijk van het gezien worden door andere individuen waarbij de dynamiek de mate van zichtbaarheid bepaalt.
In deze installatie wordt de inwisselbare rol van publiek en geëxposeerd object  zelf ervaarbaar. In '15 seconds of fame' kan iedere bezoeker zichzelf als statisch beeld op een voetstuk zetten.

Vormgeving
De installatie bestaat uit een box van ca 260x160x100  waarin een trapje naar een klein podium leidt waarop de bezoeker plaats neemt op een kleine zitting. De box is aan de binnen- en buitenzijde wit.
De box is aan de voorzijde voorzien van een confrontatie spiegel ( deze spiegel is doorzichtig vanaf de kant die het meest donker is en spiegelend aan de zijde waar het lichter is) Op de buitenzijde van de spiegel staat de tekst 'Look at Me'.
Wanneer de bezoeker de box betreedt schakelt een bewegingsensor fel licht aan die de bezoeker zichtbaar maakt voor het langslopende publiek.
De bezoeker zelf kan alleen zichzelf in de spiegel zien en lijkt daarmee alleen met zichzelf.
Om zelf zijn publiek te kunnen zien moet de bezoeker ca 15 seconden volledig stilzitten, waarna het licht in de box uitschakelt en aan de buitenzijde de spiegel verlicht wordt waardoor de omgekeerde situatie ontstaat. Het publiek kan zichzelf nu zien in de spiegel en kan worden geobserveerd door de stilzittende bezoeker.
Zodra de bezoeker beweegt gaat het licht weer aan.

Bekijk de film 'Look at me' op YouTube

(deze installatie is tot stand gekomen in samenwerking met Jelle Hellinga)

In een kelderruimte zijn twee lichtbakken gemonteerd met twee foto's van een meertje met op de achtergrond gebouwen.
De foto's zijn identiek maar spiegelbeeldig afgedrukt.
De suggestie wordt gewekt dat men door de ramen uitzicht heeft op de omgeving en dat daardoor daglicht binnen valt.

In het werk van de Portugese dichter Fernando Pessoa komt het fenomeen heteroniem veelvuldig voor. Anders dan pseudoniem is een heteroniem een eigen naam voor een ander ik.

Deze serie van vijf portretten vormen samen één werk waarbij het portret van de dichter in verschillende stijlen is geschilderd.

Een van de werken is uitgevoerd als negatief om het gebruik van het “niet”of de 'afwezigheid' in het werk van Pessoa te articuleren.

Van een expositieruimte wordt van af een bepaald standpunten een foto gemaakt van een wand of hoek van de ruimte.
Deze foto’s worden omgezet naar een schilderij.
Het schilderijen worden geëxposeerd op de afgebeelde wand. 

Het project bestaat uit een serie van 10 schilderwerken van 80x80 cm.
De keuze van de techniek van olie op doek komt voort uit het idee om de klassieke kunsttraditie voort te zetten.
De afbeeldingen zijn niet beeldvullend, maar hebben randen van onbewerkt (witgeschilderd) doek.
De onbewerkte drager op een wand articuleert de overgang kunstwerk naar fysieke ruimte.
Het formaat van de afbeelding (het beschilderde deel) komt voort uit de maat van een camera of telefoonscherm om de tijd/plaats en object-foto-object-foto verhouding te benadrukken.
Ook al zijn alle afbeeldingen in perspectief geschilderde ruimtes, is de poging ze nog te laten bewegen tussen geometrische vlakken op een 2-dimensionaal vlak en een volledige suggestie van een 3-dimensionale ruimte.

Over de collages

Het materiaal van deze collages is afkomstig van reclame-materiaal, tijdschriften of eigen foto’s. De onderwerpen die met deze collages aan de orde komen zijn zo uiteenlopend en veelomvattend dat ze hier niet afzonderlijk behandeld kunnen worden. Als voorbeeld is hieronder één tekst opgenomen behorende bij één van deze werken waarmee de thematiek van de collages inzichtelijk wordt.

'Consuming London' is de titel van de eerste collage die ik gemaakt heb. Dit volgde op een bezoek aan London waarbij ik tijdens mijn gehele bezoek de ervaring had, opgenomen te zijn in een mechaniek of systeem waarbij iedere mogelijke individuele bevinding afgedekt en ingesloten werd door dat systeem. Ik ben geen mens, maar een economische eenheid (consument) waarmee gerekend kan worden.

In eerste instantie kwam de mogelijkheid bij mij op om een schilderij te maken van het verschijnsel London en de wijze waarop deze verschijnt.

Een schilderij leek mij niet de juiste weg want dan kom ik op twee zaken. Met schilderen leek mij het risico te groot dat ik zou verzanden in een vertolking van mijn persoonlijke zienswijze op de stad, terwijl juist het persoonlijke geëlimineerd is. Ik heb in London materiaal verzameld van reclame-folders en advertenties. Hiermee zijn een aantal zaken aan de orde.  Het folder-materiaal leek me om verschillende redenen geschikt. Allereerst is het materiaal het ons direct omgevende en toegankelijke waarin de gelijkschakeling zijn eerste slag gewonnen heeft.

Er is een voortdurende aanspraak op het kennen van merken en de identificatie daarmee.

Ik word dan individu dankzij Diesel, Shell of Mercedes terwijl te zelfder tijd iedere differentiatie word opgeheven aangezien al die merken wereldwijd opereren en iedereen gelijk maken.

De vraag hoe schilderen überhaupt nog zin kan hebben na de opkomst van de techniek (en na Walter Benjamin) wil ik nu maar even laten rusten.

Dan het punt van de veelheid en opstapeling van beelden.

Dit is volgens mij conform de wijze waarop dat heden ten dage in metropolen en stedelijk gebied gaat. Ik zoek en herken de beelden die voor mij voordelig zijn. Zoals een dier in de natuur zijn besje of beesje ziet tussen al het andere dat hem omgeeft.

In deze collage is het gegeven, dichtbij en veraf, opgenomen. Van veraf zie je een gekleurde niet gedefinieerde vlek, monster, of amorfe vlek. Naarmate je dichterbij komt groeit de onderscheiding van welk lijntje bij welk ding hoort en wordt zichtbaar dat niet alles in elkaar opgaat maar dat het een samengesteld geheel is.

Op een bepaald moment worden de teksten ook leesbaar.

Deze woorden en kreten zijn er vooral op gericht nu een beslissing te nemen over je toekomst (= kopen) en gelukkig te worden.

Zoals we zeggen dat een stad leeft en groeit, zo ook dit werk.

In steden zijn leegten die opgevuld worden, of bouwwerken die gesloopt worden en waar op de fundatie nieuwe gebouwen worden gebouwd. Zo ontstaan er allerlei structuren en patronen die door niets of niemand specifiek aangestuurd worden (zoals in de natuur soorten en varianten opkomen en verdwijnen). Hierin zijn allerlei krachten werkzaam die samengaan of tegengesteld zijn maar toch samengaan in een niet navolgbare democratische perceptie.

De consensus die de chaos beheerst en de stad en de stedeling vormgeeft, lijkt me voldoende zichtbaar.

Dat het goedkope drukwerk door de tand des tijds verkleurt, lijkt me op zijn plaats want dit toont de voorbijgaande aard van iedere harde economische vanzelfsprekendheid.